Okra met kokos

Okra, in India bekend als “lady fingers” wordt veel gebruikt in de Aziatische en Creoolse keuken.

Zoek peulen uit die klein, stevig, zacht en heldergroen zijn.

Bereidingstijd: 20-30 minuten
Hoeveelheid: 6 personen

Ingrediënten

500 gr. verse okra
2 tl. fijngemalen korianderzaad
1/2 tl. kurkuma
1 mespuntje cayennepeper
1/4 tl. mosterdzaad
1/4 tl. asafoetida
25 gr. gedroogde kokos

per baksel van 250 gr. okra:
2 el. ghi
1/2 tl. komijnzaad
1 el. tamarindepasta
1 tl. palmsuiker
1,5 el. citroensap
1 tl. zout

Bereidingswijze

Het geheim van de bereiding van gerechten met okra ligt in het feit dat okra droog moet zijn voor u het verwerkt. Zodra okra in contact komt met water, wordt het namelijk erg slijmerig!
Wrijf de okra-peulen dus schoon met een vochtige doek in plaats van ze met water te wassen. Snij de twee uiteinden af en snij de peulen in schijfjes van ongeveer ½ cm. U kunt meerdere peulen tegelijk snijden. Doe de schijfjes in een kom en strooi er de koriander, kurkuma en cayennepeper overheen. Schud de schijfjes om, zodat ze gelijkmatig worden bedekt met de kruiden.

De okra moet in twee keer gebakken worden, de schuingedrukte ingrediënten geven dus de hoeveelheid voor een baksel van 250 gr. okra.

Verhit de ghi in een wok en strooi er het komijnzaad en het mosterdzaad in. Leg een deksel op de pan zodat de mosterdzaadjes er niet uitspringen. Strooi er dan de asafoetida bij. Laat de specerijen een paar seconden bakken en leg er de okra-schijfjes op. Laat de okra onder voortdurend roeren bakken tot te schijfjes bruin worden en beginnen te verschrompelen. Voeg de kokos op het laatst toe en laat die nog even meebakken.

Als alle okra’s gebakken zijn, doe je ze weer samen in de pan en voeg je de tamarinde en de palmsuiker toe, en tenslotte de het zout en het citroensap.